Snijd de kool in reepjes. Blancheer ze enkele minuten in kokend water. Schil de aardappels en kook ze gaar in water en zout. Snijd de bosuitjes in smalle ringetjes. Stamp de aardappels fijn en meng ze met de geblancheerde kool, de bosuitjes, het ei en de geraspte kaas. Breng het mengsel op smaak met zout en peper. Vorm hiervan 8 ronde platte koekjes en wentel deze even licht door wat tarwemeel. Verwam de olie in een koekenpan en bak hierin de witte koolkoekjes aan beide zijden goudbruin.