Pindanoedels met taugé en tempeh

Bereidingswijze

Snijd de tempeh in plakken en breek het vervolgens met je handen in 'brokjes' ter grootte van grove of rustieke croutons. Rasp de gember en knoflook met een fijne rasp. Maak een pindadressing door de pindakaas, tamari, sambal, honing en limoensap goed door elkaar te kloppen.
Bereid de noedels volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Verhit ondertussen 3 eetlepels olijfolie in een grote wok op redelijk hoog vuur. Bak hierin de tempeh in 5-10 minuten rondom goudbruin en knapperig. Schenk de ketjap en 1 eetlepel water erbij. Schep de tempeh om zodat het overal met een glanzend laagje ketjap bedekt is. Schep uit de pan en houd warm onder aluminiumfolie. Verhit nog een eetlepel olie in de wok. Fruit de gember en knoflook 1 minuut. Voeg de taugé en lente-ui toe (houd een beetje achter ter garnering) en roerbak 1-2 minuten. Giet de noedels af en vang 60 ml van het kookvocht op. Doe de noedels in de pan. Voeg de tempeh toe. Giet de pindadressing en het kookvocht erbij. Roer alles goed door elkaar, zodat alle noedels zijn omhuld met de smeuïge pindadressing. Verdeel over 2 kommen en garneer met de achtergehouden bosui en taugé. Serveer direct.

Tip: Kipliefhebbers kunnen de tempeh vervangen door gebakken stukjes kip(pendij)filet, die je even marineert in wat ketjap.

Ingrediënten

Hoofdgerecht 2 personen:

150 gr mienoedels
135 gr taugé
4 lente-uien
2 cm gember
1 teen knoflook
50 gr smeuïge pindakaas (zonder stukjes)
2 el tamari of sojasaus
1 tl sambal
2 tl honing
sap van 1 limoen
1 el ketjap
200 gr tempeh
4 el zonnebloemolie