Verwarm de oven voor op 200°C. Verdeel de romanesco in roosjes en snijd grote roosjes doormidden. Leg de roosjes op een bakplaat en besprenkel met 1 eetlepel olie, zout en peper. Rooster de romanesco in zo'n 25 minuten beetgaar.
Snijd ondertussen de ui, knoflook, gember en peper fijn. Verhit de overige olie in een brede pan. Fruit hierin de ui, knoflook, gember en peper tot glazig. Voeg de specerijen toe en fruit 2 minuten mee. Snijd de aardappels in stukken van ongeveer 2 centimeter. Voeg ze toe aan de pan en roer ze door het specerijenmengsel. Snijd de tomaten in stukjes, voeg toe aan de pan en roer alles door elkaar. Voeg 125 ml water toe, breng aan de kook, dek af en laat 10-15 minuten pruttelen tot de aardappel beetgaar is en het vocht grotendeels verdwenen is. Roer de geroosterde romanesco erdoor en breng op smaak met zout en peper.