Schil de rammenas. Snijd horizontaal 2 plakken uit het midden van 1,5-2 centimeter dik. Steek of snijd uit elke plak een rondje met een doorsnede van ongeveer 4,5 centimeter, zodat het de vorm heeft van een coquille. Doe ze in een pan en vul de pan met groentebouillon tot de plakken onder water staan. Dek de pan af, breng aan de kook en laat 50-60 minuten stoven tot je er met een vork gemakkelijk door kunt prikken. Haal uit de pan en laat uitlekken. Smelt 25 gram boter in een koekenpan. Bak hierin de rammenasplakken in zo'n 2,5 minuut per kant goudbruin. Schep uit de pan en bestrooi met zout en peper. Voeg de overige boter toe aan de pan. Knijp de citroen erboven uit en voeg de kappertjes toe. Verwarm 1 minuutje door. Leg de rammenas "coquilles" in een schelp of op een bordje en lepel de kappertjes-botersaus erover. Snijd de bieslook fijn en strooi erover. Serveer direct.