Appel-gember chutney is in de koelkast, in een gesteriliseerde en goed afgesloten (weck)pot wel 3 maanden houdbaar. Dit geeft je volop tijd om er eens lekker mee te variëren. Wij eten zelf de chutney het liefst met een varkenskarbonade of kotelet. Maar en zijn talloze opties. Combineer bijvoorbeeld met paté, aardappel, een broodje (vegetarische) hamburger of een lekker stuk kaas.
Schil de goudreinetten, verwijder het klokhuis en snijd de appel in blokjes van ongeveer 1,5 bij 1,5 centimeter. Doe alle ingrediënten in een pan en breng aan de kook. Zet het vuur iets lager maar laat alles goed pruttelen, zoals de Engelsen dit zo mooi kunnen zeggen: “Maintain a lively simmer.” Roer af en toe door en zorg ervoor dat niets aan de bodem van de pan blijft kleven. Na ongeveer 25 minuten zal de appel zacht zijn en de vloeistof zijn ingekookt tot een glanzend, siroopachtig goedje. Houd het de laatste 5 minuten extra goed in de gaten zodat het niet aan de pan blijft zitten en verbrandt. Roer dus iets vaker door, tot de gewenste dikte is bereikt. Je kunt het nu direct opeten of de warme chutney in een pot overgieten, deksel erop doen en 5 minuten op z’n kop op de dop zetten. Daarna omdraaien en verder laten afkoelen.