Maak eerst de currysaus. Schil hiervoor de gember en snijd in stukken. Snijd de knoflook in stukken, verwijder de zaadjes van de pepers en snijd ook in stukken. Doe dit alles, samen met de tamarindepasta, kurkuma, komijn en kerriepoeder in een keukenmachine en maal tot een pasta. Pel de uien en snijd in dunne ringen. Snijd de tomaten in stukken. Verhit 1 eetlepel olie in een grote pan met een goed sluitend deksel. Fruit hierin de ui. Neem hiervoor de tijd zodat de ui mooi kan karamelliseren. Schep het uit de pan, veeg de pan schoon en verhit opnieuw 1 eetlepel olie. Voeg de currypasta toe en bak hem op een middelmatig vuurtje 4 minuten. Let goed op dat het niet aanbrandt. Voeg dan de uien en stukjes tomaat toe en bak het 3 minuten mee. Voeg de kokosmelk en 500 ml water toe, breng aan de kook, zet het vuur daarna laag en laat de saus op een laag vuurtje, zonder deksel, een uur zachtjes pruttelen.
Verdeel ondertussen de bloemkool in kleine roosjes en was de spinazie. Maak de mosselen schoon in koud water en verwijder de eventuele ‘baarden.’ Controleer of ze in goede staat en gesloten zijn. Tik hard op de open exemplaren; ze gaan dicht als ze nog leven, gooi ze anders weg.
Voeg naar smaak zout en peper toe aan de currysaus. Doe er iets meer water bij als het te dik is geworden. Zet het vuur hoog, voeg de bloemkool toe en kook 5 minuten. Doe nu de mosselen en spinazie in de pan. Leg het deksel erop en verhit alles 4-6 minuten tot de spinazie iets geslonken is en de mosselen open zijn (eet de mosselen uit de ongeopende schelpen niet op). Verdeel de curry over 4 kommen en strooi de koriander erover.