Verwarm de oven voor op 180°C. Schil de wortelpeterselie en aardappels en snijd in stukken. Kook ze in 10-15 minuten gaar. Giet af en laat in de pan uitdampen en afkoelen. Stamp het daarna met een pureestamper of vork tot een puree.
Snijd de lente-ui en dille fijn. Doe de sardines in een kom (verwijder daarbij eventuele graten) en prak met een vork door elkaar. Roer de lente-ui, dille, mosterd, cayennepeper, ei, bloem en de rasp van de citroen er doorheen. Voeg de wortelpeterselie-aardappelpuree toe en meng goed door elkaar. Breng op smaak. Laat volledig afkoelen en opstijven in de koelkast (ten minste 30 minuten).
Doe wat paneermeel op een bord. Vorm met lichtvochtige handen 8 ballen van het mengsel en plet die tot burgers (voor Jules maken we van dit mengsel 16 kleine burgertjes). Haal ze rondom door het paneermeel en druk voorzichtig aan.
Verhit een paar eetlepels zonnebloemolie in een koekenpan en bak de burgers 3-4 minuten per kant goudbruin. Leg ze op een ovenschaal en bak nog 10 minuten in de oven tot ze door en door warm zijn. Serveer met partjes citroen om eroverheen uit te knijpen.