Snijd de vis in dunne, schuine plakjes (0,5-1 centimeter dik). Leg ze in een enkele laag op een plat bord. Knijp boven een kommetje het sap uit de citroen. Lepel het citroensap gelijkmatig over de vis. Laat de vis 4 minuten lichtjes ‘garen’ in het citroensap. Draai de plakjes na 2 minuten om. Je zult zien dat de vis witter en minder doorzichtig wordt. Breng dan op smaak met zout en peper.
Snijd met een scherp mes de schil van de sinaasappels. Segmenteer de sinaasappels door boven een schaal de segmentjes tussen de membranen uit te snijden. Zo houd je mooie partjes over zonder schilletjes.
Verdeel de vis, radijs en sinaasappel een beetje speels dakpansgewijs over 2 bordjes. Strooi de kiemen erover en besprenkel met olijfolie en een klein beetje sinaasappelsap of het inlegvocht van de radijsjes. Serveer direct.