Snijd de lente-uien in dunne ringetjes. Snijd de knoflook en gember fijn. Verhit 1 eetlepel sesamolie in een soeppan en fruit hierin de knoflook, gember en helft van de lente-ui 2 minuten tot de lente-ui glazig is. Voeg de rijst en bouillon toe. Breng aan de kook, draai het vuur laag en laat 1 uur rustig koken, onder af en toe roeren, tot een dikke, romige rijstepap ontstaat.
Rooster ondertussen de sesamzaadjes in een droge koekenpan goudbruin. Kook de eieren in 6 minuten halfzacht. Pluk de bladeren van de Nieuw-Zeelandse spinazie. Snijd de stengels in dunne plakjes. Verhit 1 eetlepel sesamolie in een koekenpan en bak hierin de spinaziestengels 5 minuten. Voeg de bladeren toe en roerbak 2 minuten mee tot ze geslonken zijn. Schenk de sojasaus erbij en meng door elkaar.
Verdeel de congee over 2 diepe kommen. Schep de spinazie erop en bestrooi met sesamzaadjes. Strooi de overgebleven lente-ui erover. Halveer je eieren en leg op de pap. Besprenkel tot slot met wat chili-olie en serveer.
Tip: voor een extra smaakbommetje kun je eieren in miso marineren. Klop hiervoor 100 gram lichte miso met 50 ml mirin en enkele eetlepels water door elkaar tot het mengsel de consistentie van volle yoghurt heeft. Doe dit mengsel samen met je gekookte eieren in een diepvrieszakje. Laat een halve dag tot 2 dagen marineren in de koelkast. Masseer het zakje af en toe, zodat de eieren goed rondom bedekt zijn met de misomarinade.