Rabarberjamtaart.
Begin met het maken van de rabarberjam. Snijd de rabarber in dunne plakjes en doe met de kristalsuiker in een brede pan. Rasp de gember en voeg toe. Voeg het sap en de rasp van de sinaasappel toe. Breng op matig vuur aan de kook en laat onder af en toe roeren 15 minuten pruttelen tot je een dikke puree hebt. Roer dan de frambozen erdoor en plet ze en beetje met een vork, zodat je een mooi rood-roze mengsel krijgt. Laat deze rabarberjam helemaal afkoelen en opstijven.
Maak ondertussen het deeg
Snijd de boter in blokjes en schraap de vanillezaadjes uit de peul. Mix met een keukenmachine de bloem, boter, poedersuiker en vanillezaadjes door elkaar tot het eruit ziet als nat fijn zand. Voeg een heel ei en 1 eidooier toe (bewaar het eiwit). Draai de keukenmachine nogmaals door tot het deeg samenkomt tot een bal. Vorm er met je handen een dikke, platte schijf van, pak in met vershoudfolie en laat ten minste 2 uur opstijven in de koelkast.
Afronden van de Rabarberjamtaart
Verwarm de oven voor op 180°C. Vet een ronde taartvorm (van 23 centimeter doorsnede met losse bodem) goed in met boter. Rol 2/3 van het deeg uit tot een ronde lap van ongeveer 3 mm dik. Bekleed hiermee de taartvorm. Schep de rabarberjam erin en verdeel gelijkmatig. Rol het overige deeg ook uit tot een lap van 3 mm dik en snijd er repen van 1-1,5 centimeter breed van. Leg deze repen in een rasterpatroon over de taart. Snijd het overtollige deeg langs de randen van de taart weg. Bestrijk het deegraster met eiwit en strooi er rietsuiker over. Bak de taart 45-50 minuten in de oven goudbruin en gaar. Laat de taart het liefst afkoelen voor serveren, want dan kun je ‘m het mooist in punten snijden.