Dit hapje is knapperig en romig, zout en zoetig. Je kunt het serveren als appetizer (goed idee alvast voor Oud & Nieuw) of als voorgerecht. Een andere optie is om er grotere flapjes van te maken en het te serveren als hoofd- of bijgerecht.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Snijd de prei in de lengte in vieren, was het zorgvuldig en snijd het vervolgens in fijne reepjes. Snijd het teentje knoflook fijn. Verhit de olie en boter in een pan met dikke bodem. Fruit hierin al roerend de prei en knoflook met de suiker. Voeg na 5 minuten de bouillon en laurier toe. Breng aan de kook en laat het zachtjes pruttelen tot het vocht verdampt is en de prei zacht is.
Verwijder de laurier en laat het mengsel enigszins afkoelen. Meng het daarna goed met de fêta en oregano en breng op smaak met zout en peper.
Spreid een velletje filodeeg uit op je werkvlak. Snijd het vel in de lengte in drie gelijke repen. Bedek de andere vellen met een vochtige theedoek om uitdrogen te voorkomen. Bestrijk een reep filodeeg met olijfolie. Schep een eetlepel van het prei-fêtamengsel in de rechterhoek aan de onderkant. Vouw vervolgens de hoek over de vulling naar boven, naar de linker zijkant, zodat een driehoek ontstaat waarin de vulling verpakt wordt. Vouw deze driehoek weer naar boven, linkerkant op linkerkant. Vouw weer verder naar boven, waardoor nu de onderkant van het flapje op de rechterkant van de reep komt te liggen. Je vouwt als het ware met de driehoek mee. Ga hiermee door tot de bovenkant van het filodeeg bereikt is. De vulling zit nu goed ingepakt. Leg het pakketje met de ‘losse’ kant naar beneden in een ovenschaal of bakplaat. Maak op deze manier 24 pakketjes.
Bestrooi de pakketjes met sesamzaad of maanzaad en plaats ze 20 minuten in de oven, tot ze goudbruin en knapperig zijn.