Deze gepofte aardappels worden gevuld met een aardappel-prei-koolpuree waardoor ze een volwaardig bijgerecht vormen. Door ze vervolgens nog een keer te roosteren in de oven ontstaat een krokant goudbruin kaaskorstje, dat er appetijtelijk uitziet en ook nog eens zo smaakt.
Verwarm de oven voor op 200°C. Boen de aardappels schoon en verpak ze stuk voor stuk in aluminiumfolie. Pof de aardappels 50-60 minuten in de oven. Test met een satéprikker of de aardappels gaar zijn. Haal ze uit de oven, maar laat de oven aanstaan.
Snijd ondertussen de dikke nerven los van de boerenkool of palmkool. Was de bladeren en doe ze met aanhangend water in een koekenpan. Roerbak de kool met wat zout enkele minuten tot het begint te slinken. Doe de kool in een vergiet en laat uitlekken. Snijd de ietwat afgekoelde kool daarna in reepjes.
Halveer de prei in de lengte en was het voorzichtig. Snijd daarna de helften wederom in de lengte doormidden. Snijd er vervolgens dunne reepjes van. Verhit de olie en boter in de koekenpan op middelhoog vuur. Smoor de prei, af en toe roerend, zo’n 10-15 minuten tot ze zacht is. Voeg de koolreepjes toe en warm het geheel 1 minuutje door.
Pak de aardappels uit en halveer ze in de lengte. Houd er met het snijden rekening mee dat je straks wilt dat de aardappels als een ‘schuitje’ kunnen blijven staan. Schep met een lepel voorzichtig de binnenkant van de aardappel eruit, tot ongeveer 0,5 centimeter van de schil vandaan, en doe het in een mengkom. Meng deze ‘aardappelpuree’ met het prei-koolmengsel, de crème fraîche en ¾ van de pecorino en oude kaas. Meng alles goed door elkaar, tot een smeuïg geheel ontstaat en breng op smaak met zout en peper. Schep het mengsel nu terug in de aardappelschillen, zodat een gevuld schuitje ontstaat. Strooi de overgebleven kaas erover, zet de gevulde aardappels in een ovenschaal en plaats ze 20-30 minuten in de hete oven, tot ze goudbruin en knapperig zijn.