Zo maak je de linzen’crunch’: Kook de linzen beetgaar, volgens de aanwijzingen op de verpakking en voeg een blaadje laurier aan het kookvocht toe. Giet de linzen af. Verhit 2 eetlepels olie in een koekenpan op middelhoog vuur en bak hierin de linzen, al roerend, 10-15 minuten, tot ze knapperig zijn en er wat verschrompeld uitzien. Schep de linzen uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken. Breng ze op smaak met flink wat zout en peper. Als ze eenmaal afgekoeld en uitgelekt zijn kun je ze in een goed afgesloten pot wel 2 weken bewaren en knapperig houden.
Verwarm de oven voor op 190°C. Halveer de pompoen en schep met een lepel de pitten en het draderige vruchtvlees eruit. Snijd de pompoen in parten van iets meer dan 1 centimeter dik. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat, rits de tijm erboven en schenk 2 eetlepels olijfolie erover. Breng op smaak met zout en peper en meng door elkaar. Rooster de pompoen ongeveer 30 minuten in de oven, tot de parten zacht en gaar zijn. Maak het tahinsausje. Meng hiervoor de yoghurt, tahin en citroensap door elkaar en breng op smaak. Schik de pompoenparten op een bord, sprenkel het tahinsausje erover, bestrooi met 3-4 eetlepels knapperige linzen en dien op.