Als kinderen dachten Barry en ik dat aardappels iets typisch Nederlands waren en dat ze voorbestemd waren voor stamppot. Inmiddels hebben we geleerd dat aardappels zich juist ook heel goed lenen voor diverse ‘exotische’ smaken en populair zijn in vele buitenlandse keuken, zoals de Indiase. Serveer dit Indiase aardappelgerecht met naan of rijst, dikke yoghurt, partjes limoen en verse koriander.
Schil de aardappels en snijd ze in stukken van 2 centimeter. Doe ze in een pan en giet er zoveel water bij dat ze onder staan. Breng aan de kook en kook de aardappels 8-10 minuten tot ze net gaar zijn. Giet af en laat uitdampen. Snijd ondertussen de ui in dunne ringen. Snijd de knoflook, gember en peper fijn. Verhit de olie in een grote koekenpan of wok en bak hierin de komijn- en mosterdzaadjes tot ze beginnen te ‘poppen’. Voeg de ui toe en fruit zachtjes tot de ui glazig en goudbruin is. Voeg de knoflook, peper, gember, kurkuma, korianderpoeder, garam masala en paprikapoeder toe en fruit 3 minuten mee. Draai het vuur hoog, voeg de aardappel toe en bak ze rondom goudbruin. Snijd ondertussen de tomaten in kleine blokjes. Was de spinazie. Haal de bladeren van de stengels af en snijd de stengels in zo dun mogelijke plakjes. Voeg de tomaat en spinaziestengels toe aan de aardappels en bak 3-5 minuten mee. Voeg tot slot de spinazieblaadjes toe, roer goed door elkaar tot de bladeren zijn geslonken en het geheel goed warm is. Breng op smaak met zout en peper.