Schil de knolselderij en snijd in blokjes (van ongeveer 1,5-2 centimeter). Verhit 1 eetlepel olijfolie in een ruime pan. Bak hierin de knolselderij in 5-10 minuten rondom goudbruin. Schep uit de pan.
Snijd de ui in dunne halve ringen en de knoflook in dunne plakjes. Verhit opnieuw 1 eetlepel olijfolie in de pan en fruit hierin de ui en knoflook tot glazig. Giet de bonen af, maar spoel ze niet om, zodat het stoofpotje straks lekker smeuïg kan worden. Voeg de bonen, knolselderij, tijm, laurier en bouillon toe aan de pan. Breng aan de kook. Dek de pan af en laat 15-20 minuten pruttelen tot de knolselderij gaar is en het vocht met een derde is ingedikt. Snijd het bladgroen in reepjes. Voeg het bladgroen en het sap van de citroen toe aan de pan. Warm het geheel goed door, tot het bladgroen geslonken en beetgaar is. Breng goed op smaak met zout en peper en serveer.
Tip: wat peterselie-pangrattato (broodkruim) erover gestrooid maakt dit gerecht extra lekker. Scheur hiervoor een oude bruine boterham in kleine stukjes en bak ze in wat olijfolie tot knapperige croutons. Hak ze met een keukenmachine samen met 10 gram peterselie tot fijn broodkruim. Breng op smaak met zout, peper en eventueel chilivlokken.