Rond mijn 14e verkeerde ik (Vivian) in een heuse röstifase. Er is zelfs een foto waarop ik dolgelukkig een gigantische schaal aardappelrösti vasthoud. Het liefst at ik iedere avond rösti. Daar was de rest van de familie niet zo enthousiast over, maar wel bakte mijn vader toen minstens eenmaal per week rösti. Totdat hij zijn halve duim mee raspte. Toen was het snel gedaan met mijn röstifase. Nu bakte Barry afgelopen week deze frisse rösti met koolrabi voor me en voel ik, inmiddels tien jaar later, weer een ware röstifase opkomen. Wees alsjeblieft voorzichtig met het raspen!
Verwarm de oven voor op 180°C. Schil de aardappel, koolrabi en ui. Rasp ze met een grove rasp en meng het door elkaar. Schep het mengsel op een schone theedoek, vouw de theedoek dicht en wring er boven de gootsteen zoveel mogelijk vocht uit. Doe het mengsel vervolgens terug in een kom. Hak de peterselie fijn en voeg toe aan de kom. Voeg ook de bloem toe en kneed het met je handen door elkaar tot een kleverig mengsel ontstaat. Breng op smaak met zout en peper. Verhit de olie in een ruime koekenpan op hoog vuur. Verdeel het aardappel-koolrabimengsel in 4 porties en rol er stevige ballen van met je handen. Druk ze vervolgens uit, tot het dezelfde vorm heeft als een grote hamburger. Leg de rösti’s in de pan en druk ze met een spatel nog een beetje aan. Bak de rösti’s in ongeveer 5 minuten aan beiden kanten goudbruin (met een spatel kun je ze gemakkelijk omdraaien). Schep de rösti’s over in een ovenschaal en bak ze 20 minuten in het midden van de oven.
Je kunt rösti bij de maaltijd serveren ter vervanging van aardappels, of er een compleet gerechtje van maken door ze bijvoorbeeld te ‘beleggen’ met crème fraîche en gerookte zalm, of guacemole en tomaatjes, of sperziebonen en gebakken witvis, of een lekkere salade met geitenkaas en dunne plakjes appel.