Toen ik (Vivian) net op mijzelf ging wonen, maakte ik met mijn huisgenootje vaak nasi maar dan uit een pakje. Wat een bekentenis! Gelukkig heeft Barry mij geleerd hoe het heel gemakkelijk zonder kan. Ik begrijp niet dat ik dit niet eerder zelf had kunnen uitvogelen. In ieder geval hoeven we nu nooit meer een pakje te gebruiken, want dit recept is zeker zo lekker.
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking gaar. Begin ruim op tijd, want het geheim van goede nasi zit ‘m in het gebruik van afgekoelde rijst, anders wordt het een smurrie. Ook lekker, maar niet zoals je hem denk ik het liefst hebben wilt. Laat de rijst dus afkoelen.
Snipper de ui en knoflook. Snijd de wortel in kleine blokjes. Snijd de witte kool in dunne reepjes. Verhit de olie in een wok op hoog vuur. Fruit hierin de ui, knoflook en wortel tot de ui glazig is. Voeg de sambal, koriander, laos, komijn en kurkuma toe en bak het 1 minuut mee. Voeg de kool en ketjap toe en roerbak tot de kool zacht begint te worden. Voeg de rijst toe en roer het geheel goed door elkaar. Bak enkele minuten, af en toe roerend, tot het goed warm is. Voeg de taugé en tuinerwten toe en roerbak nog 1 minuut. Breng op smaak en serveer bijvoorbeeld met knapperige uitjes, seroendeng, atjar en een gebakken eitje. Je kunt trouwens ook op het laatst je nasi naar de zijkant van de pan schuiven en twee eitjes in de pan breken. Roer de eieren tot ze beginnen te stollen en meng daarna met de rijst.