Maak eerst een pangrattato (strooisel van knapperig broodkruim). Scheur je oude boterham in kleine stukjes. Snipper de knoflook en snijd de blaadjes oregano fijn. Verhit de olijfolie in een koekenpan en bak hierin het brood, knoflook en oregano tot het brood knapperig is. Hak in een keukenmachine tot fijn broodkruim. Roer de edelgistvlokken erdoor en breng op smaak met zout en peper.
Schil de pastinaak en snijd in stukjes. Snipper de sjalot. Doe de pastinaak, sjalot, laurier en havermelk in een pannetje, breng rustig aan de kook en kook afgedekt 10-15 minuten tot de pastinaak gaar is. Verwijder de laurier en pureer met een staafmixer tot een heel gladde saus. Breng op smaak met zout en peper. Kook ondertussen de pasta volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Doe de pastinaaksaus terug in de pan. Giet de pasta af en vang het kookvocht op. Roer de pasta door de pastinaaksaus en voeg indien nodig wat pastakookvocht toe. Je wilt een saus krijgen die ongeveer de dikte van bechamelsaus heeft en net aan de pasta blijft kleven; een beetje tussen pastinaakpuree en pastinaaksoep in. Verdeel over 4 borden en strooi de pangrattato erover. Serveer direct.