Deze (glutenvrije) cake met pastinaak is een soort kruising tussen een worteltaart – maar dan uiteraard met pastinaak – en de zoete lekkernij baklava. Geïnspireerd op baklava voegen we lekker veel noten, sinaasappelrasp, kaneel en honing toe.
Verwarm de oven voor op 160°C. Schil de pastinaken en rasp ze met een grove rasp. Rasp de schil van de sinaasappel met een fijne rasp. Maal in een keukenmachine de amandelen en walnoten tot een fijn poeder. Maal de pistachenoten tot een grof poeder. Smelt de boter in een pannetje op laag vuur. Klop de eieren, suiker en vanille-extract tot een lichtgele luchtige massa. Roer de gemalen amandelen, walnoten, kaneel en sinaasappelrasp erdoor. Voeg de gesmolten boter toe en meng goed. Spatel de geraspte pastinaak en grof gemalen pistachenoten erdoor. Bekleed een vierkante bakvorm van ongeveer 25 bij 25 centimeter met bakpapier. Dit wordt een lage cake van ongeveer 2 centimeter hoog. Schep het beslag in de taartvorm. Bak de taart 1 uur tot het stevig aanvoelt en de bovenkant goudbruin en een beetje knapperig is. Laat in de vorm afkoelen en laat hem het liefst een nacht staan, dan wordt hij wat vochtiger er nóg lekkerder.
Klop de roomkaas, honing en eventueel oranjebloesem- of rozenwater door elkaar. Snijd de pastinaak-baklavacake in ruiten (dan lijkt het meer op baklava) of vierkante blokjes. Schep op ieder stuk cake een theelepel van het roomkaasmengsel en garneer met een amandel, walnoot of pistachenoot. De taart blijft goed afgedekt maximaal 1 week houdbaar.