Begin met het maken van het deeg. Meng hiervoor in een kom de bloem met 1,5 theelepel zout. Maak een kuiltje in het midden en doe hier het gist, 2,5 eetlepel olijfolie en 50 ml water in. Meng met een lepel door elkaar en kneed er dan met je handen in 5 minuten een glad en soepel deeg van. Laat het deeg 30 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 200°C. Pel de uien, halveer ze en snijd in dunne halve ringen. Halveer de venkel, snijd het harde hart eruit en snijd het witte deel in dunne plakjes. Verhit de overgebleven 2 eetlepels olie in een ruime pan met dikke bodem op middelhoog. Fruit hierin de uien en venkel met een blaadje laurier, tot de ui glazig is. Voeg de knoflook en 1 theelepel zout toe. Draai het vuur laag en laat het mengsel 15 minuten onder af en toe roeren zachtjes smoren. Neem de tijd, want je wilt een zacht uienmengsel, geen knapperige uitjes. Het zout zorgt ervoor dat de uien lekker zacht worden en tevens minder snel verkleuren.
Bekleed een bakvorm van 20 bij 20 centimeter met bakpapier. Druk hierop je deeg uit en maak een klein opstaand randje. Verdeel het ui/venkelmengsel, nadat je het laurierblaadje hebt verwijderd, over de deegbodem en plaats 20-25 minuten in het midden van de oven, tot de bodem gaar is. Schik daarna de ansjovisfiletjes in een ruitjespatroon over de uien. Leg in ieder ‘hokje’ een olijf en strooi de tijmblaadjes erover. Plaats de pissaladière nog 5 minuten terug in de oven en serveer daarna direct uit de oven of op kamertemperatuur.