Verwarm de oven voor op 210°C. Maak dan eerst een dunne gebonden saus. Begin met het maken van een roux. Smelt hiervoor 30 gram boter en voeg daarna de bloem toe. Gaar de roux, al roerend met een pollepel, zo’n 5 minuutjes tot de bloem gaar is en het mengsel uit elkaar begint te vallen. Voeg dan beetje bij beetje de bouillon toe en klop het met een garde tot een gladde saus. Meng de room erdoor. Breng aan de kook en laat even flink borrelen tot de saus dik genoeg is om aan de achterkant van een lepel te blijven plakken. Zet het vuur zo laag mogelijk en houd de saus warm.
Was de prei en snijd in dunne halve ringetjes. Verhit 10 gram boter in een pan en fruit hierin de prei met tijmblaadjes tot de prei zacht begint te worden. Schep het preimengsel uit de pan in de saus en roer door. Veeg de pan schoon en verhit de overige 10 gram boter. Snijd de champignons in grove stukken en snipper de knoflook. Roerbak de knoflook en champignons tot de champignons net gaar zijn. Schep ook dit mengsel in de saus. Roer de saus goed door elkaar en breng nog eenmaal aan de kook. Breng op smaak met zout en peper.
Zet 4 ovenvaste (soep)kommen klaar met ieder een inhoud van ongeveer 350 ml. Snijd de plakjes bladerdeeg uit zodat ze over het kommetje passen en er nog 1 centimeter overheen hangen. Vul ieder kommetje met de prei-champignonsaus. Kluts het ei in een kommetje. Kwast de rand van de uitgesneden bladerdeegrondjes in met ei. Dek de kommetjes af met een omgekeerd plakje bladerdeeg. Gebruik het met ei bestreken deel om het deeg zo goed mogelijk aan het kommetje te plakken. Bestrijk vervolgens het bladerdeeg geheel met ei. Prik met een scherp mes een gaatje in het midden van ieder plakje zodat de stoom kan ontsnappen. Bak de afgedekte kommetjes 25-30 minuten in de oven tot de vulling borrelt en het deeg goudbruin en gerezen is.