Thuis noemden wij romanesco altijd ‘Eftelingbloemkool’ omdat de torentjes ons doen denken aan de entree van de Efteling. Met dit recept blijven de torentjes prachtig intact en zet je een indrukwekkende schotel op tafel.
Breng water in een ruime pan aan de kook. Snijd de romanesco in roosjes, waarbij je probeert de torentjes zo goed mogelijk intact te houden. Je zult nu roosjes hebben van verschillende grootte. Doe de grootste roosjes al eerste in het kokende water en laat ze 2 minuten koken. Voeg daarna de iets kleinere roosjes toe en kook nog 7-8 minuten, tot de roosjes beetgaar en zeker niet té gaar zijn. Giet ze af en schep voorzichtig in een ondiepe serveerschaal.
Verhit in een kleine steelpan de olijfolie, voeg de rozemarijn toe en laat een paar seconden sissen. Rasp het teentje knoflook boven de pan. Roer goed door elkaar en zet het vuur uit. Rasp de schil van de limoen ook boven het pannetje en roer weer door. Haal het pannetje nu helemaal van het vuur af en laat een beetje afkoelen. Pers daarna de limoen boven het pannetje uit en roer door. Breng op smaak met zout en peper. Schenk deze dressing over de romanescotorentjes en meng met je handen alles voorzichtig door elkaar. Zet nu alle torentjes, naast elkaar, rechtop in de schaal zodat je een echt torentjeslandschap krijgt. Strooi de geraspte Pecorino erover en serveer direct.