Schil de rammenas. Snijd horizontaal 2 plakken uit het midden van ongeveer 2 centimeter dik. Steek of snijd uit elke plak een rondje met een doorsnede van ongeveer 4,5 centimeter, zodat het de vorm heeft van een coquille. Gebruik de rest van de rammenas om, in stukjes gesneden, door een salade of kinilaw (zie site) te doen. Doe de plakken rammenas in een pan en zet ze onder water. Schenk de sojasaus erbij. Leg een klein bordje of kommetje op de rammenas, zodat ze onder water blijven staan. Breng het water aan de kook en stoof de rammenas 1 uur, tot je er met een vork makkelijk in kunt prikken. Haal uit de pan en laat uitlekken.
Snijd de peper en lente-ui in dunne ringetjes. Verhit de boter in een koekenpan. Bak hierin de rammenas 1-2 minuten per kant, tot ze rondom goudbruin zijn en eruit zien als dichtgeschroeide coquilles. Leg de rammenas in een schelp of op een schoteltje. Schep er een klein beetje miso op. Strooi de peper, lente-ui en sesamzaad erover. Schep er tot slot een beetje boter uit de pan over. Garneer naar wens met koriander.
Tip: De miso zorgt voor zoutigheid en umami in het gerecht. Heb je geen miso in huis, dan kun je het vervangen door kappertjes, zeewier of een zongedroogd tomaatje.