Halveer de venkel in de lengte en verwijder de harde kern. Snijd de venkel in zo dun mogelijke plakjes. Meng het citroensap erdoorheen en zet even weg. Knijp ongeveer ½ mandarijn uit, tot je 2 eetlepels mandarijnensap hebt. Verdeel de overige mandarijnen in partjes. Klop het mandarijnensap en de olijfolie door elkaar en breng op smaak met zout en peper. Kneus met een vijzel de komijnzaadjes en korianderzaadjes als je ze wilt toevoegen. Meng de venkel met de baby leaves, partjes mandarijn, dressing en eventueel peterselie. Meng het geheel goed door elkaar en strooi er de komijn- en korianderzaadjes of dukkah over.
Hoe maak je dukkah:
Verwarm de oven voor op 180°C. Plaats de hazelnoten, amandelen, komijnzaad, korianderzaad, venkelzaad, sesamzaad en zout in een ruime ovenschaal en rooster het 15 minuten in de oven, tot de hazelnoten en amandelen iets verkleurd zijn en de specerijen hun geur afgeven. Schud het bakblik na 7 minuten een keertje om zodat de noten niet aan één kant te veel verkleuren. Haal het mengsel uit de oven en laat afkoelen. Doe het afgekoelde mengsel in een keukenmachine en maal het tot een grof poeder. Breng op smaak met een beetje versgemalen peper. In een goed afgesloten pot is de dukkah enkele weken houdbaar.