Verwarm de oven voor op 190°C. Wel de rozijnen in de appelsap. Breng een ruime pan met water aan de kook. Snijd de snijbietstelen van de bladeren af. Kook de stelen 5 minuten. Voeg de bladeren toe en kook nogmaals 5 minuten. Giet af en spoel om met koud water. Snijd de snijbiet fijn en knijp er met behulp van een theedoek, die je als een knapzak opknoopt, zoveel mogelijk vocht uit. Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin. Rasp de Parmezaanse kaas fijn. Snijd de appel in kleine stukjes. Rasp de schil van de citroen. Meng de snijbiet, gewelde rozijnen (zonder het appelsap), pijnboompitten, kaas, kristalsuiker, appel en citroenschil door elkaar.
Snijd 10 plakken bladerdeeg in ronde plakken met een doorsnede van 10 centimeter. Snijd de andere 10 plakken in ronde plakken van 11 centimeter doorsnede. Schep op de kleinere plakken 2-3 eetlepels van het snijbietmengsel. Leg daarop de grotere plakken en vouw de randen van het deeg over elkaar of druk ze met een vork aan elkaar. Bestrijk met een losgeklopt ei. Bak de flapjes 25-30 minuten in de oven tot ze goudbruin en gaar zijn. Laat afkoelen tot ten minste kamertemperatuur. Bestuif met poedersuiker en serveer.