Schil de peertjes, halveer ze en snijd de klokhuizen eruit. Breng in een pan het bessensap met de suiker aan de kook, laat al roerend de suiker oplossen. Leg de peertjes in het kokende sap en leg het kaneelstokje met de kruidnagels en de gemberplakjes ertussen. Kook de peertjes in 45-60 minuten zachtjes gaar. Neem de peertjes met een schuimspaan uit het vocht
1 kg stoofpeertjes
250 ml rodebessensap
100 gr suiker
1 kaneelstokje
2 kruidnagels
1 cm verse gemberwortel, geschild en in plakjes