Verlangend naar wintersport in besneeuwde bergen, brengen we met dit gerecht de Alpen naar Nederland; we zetten Tiroler Gröstl thuis op het menu. Om het feest compleet te maken, drinken we er een Radler of Spezi bij.
Hoofdgerecht 2 personen:
500 gr kruimige aardappels
¼ witte kool
1 grote ui
2 tl karwijzaad
125 gr (vegetarische) gerookte spekblokjes
4 el olie
eventueel 1 el boter
7 gr peterselie
2 eieren
zout en peper
Kook de aardappels in de schil in een pan met ruim water in ongeveer 20 minuten gaar.
Bak ondertussen de spekjes in een koekenpan in 5-10 minuten knapperig. (Voeg wat olie toe als je vegetarische spekjes gebruikt). Snijd de ui en witte kool in dunne reepjes. Schep de spekjes uit de pan. Verhit een eetlepel olie in de koekenpan en fruit hierin de ui glazig. Voeg de witte kool en het karwijzaad toe en roerbak tot de kool zacht is. Schep uit de pan.
Snijd de gekookte aardappels in grove blokjes. Verwijder indien gewenst de schil. Verhit 2 eetlepels olie en eventueel de boter in de koekenpan en bak de aardappels in 10-15 minuten goudbruin en knapperig. Hak de peterselie grof. Voeg de spekjes, het uien-koolmengsel en de peterselie toe aan de aardappels, meng goed door elkaar en roerbak tot het geheel warm is. Breng op smaak met zout en peper.
Verhit ondertussen in een andere koekenpan een eetlepel olie en bak hierin 2 eitjes. Serveer het gebakken aardappelgerecht met de eitjes erop.